Studie en overdracht van YOGA |+32 477 54 54 16

                                        

Yoga is een complete levenswetenschap. Het is één van de oudste systemen ter wereld dat gericht is op individuele ontwikkeling en dat daarin zowel het lichaam als de geest en de ziel betrekt.

De Vedische wetenschappen[1] zijn zeer oud en werden oorspronkelijk reciterend, dus mondeling doorgegeven van generatie op generatie. YOGA is één van de zes darshana’s (gezichtspunten) op de Veda’s.

Yoga duidt enerzijds een doel aan, de staat van yoga, waarin de geest tot rust gebracht is, klaar, helder. In een yogische toestand kan de mens zijn ware aard ervaren.

Anderzijds is yoga ook de methode, de discipline van mentale beheersing, die onder andere lichamelijke oefeningen gebruikt om tot de staat van yoga te komen.

Het gestelde doel wordt slechts geleidelijk aan benaderd, waarbij de levenswijze en de handelswijze van de beoefenaar ook geleidelijk aan veranderen in functie van de gemaakte vorderingen en verkregen inzichten.

Op deze manier laat de yoga toe om te evolueren naar een grotere inwendige stabiliteit en een grotere bedrevenheid in handelen. Yoga is een weg naar zelfkennis;

het leren herontdekken van onze ware aard die stabiel is, licht, helder, zalig.

Het is dus een middel tot persoonlijke groei!

Alhoewel afkomstig uit India is yoga universeel. (niet verwarren met Hindoeïsme)

Vermits het noch een religie is, noch een doctrine, is het absoluut niet nodig om een welbepaalde ideologie aan te hangen om yoga te beoefenen.

Het is een weg naar spirituele groei.

Voor mij is het concreet het doel van de weg die je leert hoe je gelukkig kan zijn.

Meer en meer hoor je van wetenschappelijke experimenten over meditatie. Technieken als “mindfulness” of aandachtig gewaarzijn krijgen eindelijk ook medische aandacht.

Men voorspelt dat depressie de mondiale volksziekte nummer één zal worden. Dit is grotendeels het gevolg van destructieve emoties als angst, wantrouwen en haat. Het beste middel hiertegen is onszelf erin te trainen om negatieve impulsen beter het hoofd te bieden en positieve emoties bewust te ontwikkelen. Meditatie verhoogt de breinactiviteit die geassocieerd wordt met positieve emoties als optimisme en tevredenheid. Het immuunsysteem wordt er sterker van.

Yoga zegt dat men het te bereiken doel duidelijk voor ogen moet houden en dan zonder onderbreking, met volle inzet, volharding en overtuiging moet doorgaan tot het gestelde doel bereikt is. Maar tegelijkertijd moet men zich een zekere vorm van onthechting eigen maken ten opzichte van de bereikte resultaten, zodat de inspanning op een ontspannen wijze kan gebeuren.

Patañjali beschreef in “De Yoga Sûtra” de hele weg tot bewustwording. Hij zet op een uiterst klare manier uiteen hoe de mens volgens de yogaleer in elkaar zit, welke de oorzaken zijn van zijn problemen en hoe die opgelost worden. Hij beschrijft duidelijk de oorzaken van lijden die in ons denken besloten liggen. Wij weten niet wie wij in wezen zijn, we kennen onze ware aard niet en vereenzelvigen ons voortdurend met ideeën (mijn mening, mijn functie, mijn status…) hieruit komen vier bijkomende oorzaken van lijden voort.

  • “Ik”-bewustzijn “ego” men vereenzelvigt zich met een beeld dat men over zich koestert.
  • Verlangen, men wil aangename ervaringen herhalen
  • Afkeer, men wil onaangename ervaringen vermijden
  • Angst, onrust, onzekerheid (vooral angst voor de dood, levensdorst)

Al die problemen worden opgelost door de ontwikkeling van “onderscheidingsvermogen” dat het onderscheid kan maken tussen de Ziener (het bewustzijn, dat onveranderlijk is) en het instrument om te zien (de geest, het mentale apparaat) Om dit onderscheidingsvermogen te ontwikkelen stelt Patañjali zijn achtvoudige pad voor. De verschillende onderdelen hiervan zijn:

1. Yama’s: Een juiste houding t.o.v. zijn omgeving

  • Ahimsâ: geweldloosheid (niet kwetsen vriendelijkheid)
  • Satya: waarheidslievendheid (wat men zegt dient wel nuttig te zijn en niet kwetsend)
  • Asteya: niet stelen
  • Brahmacharya: niet verspillen van middelen, het nastreven van een hoger doel.
  • Aparighaha: soberheid, niet hebzuchtig zijn, niet méér willen dan men nodig heeft

2. Niyama’s: Een juiste individuele innerlijke houding

  • Saucha: zuiverheid, zowel lichamelijk als mentaal.
  • Samtosha: tevredenheid, blij om wat is, aanvaarden wat is en ook wat we niet kunnen veranderen, aanvaarden van zijn eigen beperkingen en die van anderen.
  • Tapa: dagelijkse oefening, zelfdiscipline, inspanning om het gestelde doel te bereiken.
  • Svadhyaya: zelfstudie, eventueel met behulp van inspirerende geschriften, analyseren van eigen gedrag en de resultaten van zijn inspanningen.
  • Ishvarapranidhana: overgave aan een hogere werkelijkheid, het zich ten dienste stellen en het opdragen van de vruchten van zijn handelen aan een metafysische werkelijkheid (ook bij de beoefening van asana’s)

3. Asana: Lichaamshoudingen (rechtop, liggend, omgekeerd, zittend…) waarin het lichaam (houding, beweging), de adem( energie), de zintuiglijke waarneming(gewaarwording) en de geest (aandacht) samengaan in een ervaring van de houding. Daarin wordt gezocht naar de gepaste inspanning en wordt bewust elke overbodige (in)spanning “losgelaten”. Dit geeft een gevoel van stabiliteit, ontspannen aandacht en van welzijn en kan het lichaam na verloop van tijd bevrijden van onzuiverheden en van al lang verankerde, voordien onbewuste spanningen. Hierdoor wordt het zuiverder, leniger en komt meer levensenergie (prana) beschikbaar voor nuttige activiteiten.

Een reeks asana’s, goed aangepast aan de beoefenaar en regelmatig beoefend, vormt een uitstekend middel om de gezondheid te bevorderen en om zichzelf beter te leren kennen. Zij ontwikkelt, beschermt en ondersteunt het leven, verbetert wat in het lichaam moet veranderd worden, brengt lichamelijke en zintuiglijke beperkingen aan het licht en geeft meer algemene aanwijzingen omtrent de gezondheidstoestand.

4. Prânâyâma: Gecontroleerde ademhaling. Ontwikkelt geleidelijk aan het vermogen tot “rustige aandacht”, getuige zijn met de kwaliteit van de spiegel. Zij leidt tot meer innerlijke klaarheid en daardoor tot een betere kennis omtrent zichzelf, tot juister handelen, waardoor toekomstige problemen vermeden worden. Ook het vermogen om tot inkeer te komen en in de diepte van zijn wezen te verzinken groeit hierdoor geleidelijk aan.

Asana en Prânâyâma samen zorgen voor een betere werking van het lichaam, een fijnere zintuiglijke waarneming, een betere doorstroming van de vitale energie (prana) en vooral voor een zuivering van het ganse systeem.

5. Pratyâhâra: Inkering. Het wegtrekken van de aandacht van de zintuigen. Na het tot rust brengen van het denken door de beoefening van de vorige paden (technieken), is dit de eerste stap naar de concentratie van de aandacht (denken, bewustzijn) op een gekozen onderwerp. Pratyâhâra, net zoals de daaropvolgende takken, is iets dat niet rechtstreeks kan beoefend (gedaan) worden, maar iets dat gebeurt onder bepaalde omstandigheden, die we wel kunnen creëren door bepaalde technieken te beoefenen. Wanneer we bijvoorbeeld al onze aandacht richten op het volgen van het proces van de ademhaling, dan wordt ze vanzelf weggetrokken van de zintuigen.

6. Dhâranâ: Concentratie. Het houden van de aandacht in één richting, op één gekozen onderwerp. Het denken gaat in één bepaalde richting vloeien zoals een kalme rivier, er ontstaat een weg, een verbinding met het gekozen onderwerp. Dit is nodig om tot meditatie te komen.

7. Dhyâna: Meditatie. Wanneer het denken, dat rustig in één bepaalde richting vloeit zoals een kalme rivier, gaat communiceren met het gekozen onderwerp, wanneer er een interactie ontstaat tussen het denken en het gekozen onderwerp, dan is er meditatie.

8. Samâdhi: Eénwording, versmelting. Wanneer in die toestand van meditatie het zelfbesef verdwijnt en men alleen nog bewust is van het gekozen onderwerp er volledig één mee wordt, dan zijn we in een toestand van Samâdhi. Dan is er rechtstreekse en totale kennis van het onderwerp, zonder gedachten.                      

                                                                                    

Deze volledige benadering van yoga, waarin zowel het sociaal en individueel gedrag als lichaams- en ademhalingsoefeningen en vooral ook meditatie gebruikt worden noemt men wel eens Râja Yoga of Ashtânga Yoga (achtledige), of de Yoga van Patañjali. Alle andere vormen van yoga zijn hier onderdelen van.

Studie en overdracht van Yoga

Rita Simonts

Postelsesteenweg 15

2400                  MOL

0032 477 54 54 16

Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

[1] Veda: Sanskriet voor Kennis of dat wat kennis voortbrengt